Eigenschappen van lichtbronnen

Je kan de instellingen van een lichtbron raadplegen en wijzigen via het Infopalet. De beschikbare parameters variëren naargelang het type hulpbron.

Om de eigenschappen van een geselecteerde Lighting Device te bewerken, selecteer je het commando Edit Light in het contextmenu. Sommige parameters in het dialoogvenster ‘Lichtbron’ zijn grijs gemaakt omdat ze geregeld worden door het Lighting Device object zelf.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Tabblad Object

 

Type

Dit is het type lichtbron; eventueel kan je het type vervangen door een ander optie uit de keuzelijst.

Aan / Uit

Zet de lichtbron aan of uit. Je kan een lichtbron ook in- of uitschakelen via het contextmenu: klik rechts op de lichtbron en selecteer de optie Aan of Uit.

Automatisch bijwerken

Vink deze optie aan om de tekening automatisch opnieuw te renderen wanneer renderparameters worden gewijzigd.

Bijwerken

Indien Automatisch bijwerken is uitgeschakeld, kan je via deze knop de rendering van de tekening manueel bijwerken.

Slagschaduw

Vink deze optie aan om objecten een slagschaduw te laten werpen.

Zachte schaduw

Vink deze optie aan om zachte schaduwen te werpen. Dit zal de rendertijd verlengen.

Lichtbundel

Deze optie creëert een speciaal, misteffect voor puntvormige lichtbronnen en spots wanneer gecombineerd met de optie Toon lichtbundels in de instellingen voor Renderworksachtergronden (zie Renderworksachtergronden creëren).

D.m.v. reële lichtbron

Vink deze optie aan om lichtsterkte en kleurtemperatuur in te stellen door middel van reële waarden. Laat uitgevinkt om het licht als eenvoudige lichtbron te definiëren. Deze optie is standaard ingeschakeld voor lichtbronnen op maat, buislampen en lichten d.m.v. oppervlak en kan voor deze lichtbronnen niet worden uitgeschakeld. De lichtsterkte en kleurtemperatuur van alle reële lichtbronnen in een scène kunnen uniform geregeld worden in het dialoogvenster ‘Belichting’ (zie Belichting instellingen.

Lichtsterkte

Verplaats de schuifknop om de lichtsterkte te regelen of geef een exacte waarde op. Het is mogelijk om een waarde van meer dan 100% in te geven. Deze parameter is beschikbaar voor lichtbronnen op maat, buislampen, lichten d.m.v. oppervlak en voor andere lichtbronnen die een reële lichtbron gebruiken.

Lichtsterkte d.m.v.

Kies welke bron je wilt gebruiken om de gegevens voor de lichtsterkste te bepalen (gegevens op maat of een IES-bestand). Via de knop Bladeren kan je een bestand selecteren.

Lichtsterkte

Geef een exacte waarde op voor de lichtsterkte (in tegenstelling tot de meer algemene waarde voor Helderheid).

Eenheid

Selecteer Lux, Lumen, Voetkaarsen of Candelas als eenheid om de lichtsterkte in uit te drukken. De beschikbare eenheden variëren naargelang het type lichtbron.

Dimmer

Bepaal de algemene helderheid van lichten die een reële lichtbron gebruiken, door een percentage op te geven of de schuifknop te verslepen. Dit heeft alleen invloed op de helderheid van de lichtbron, niet op de kleurtemperatuur.

Rotatiehoek

Bepaal de rotatiehoek van een lichtbron op maat rond de as die de locatie van de lichtbron en het object dat het licht ontvangt, met elkaar verbindt; deze hoek bepaalt het vlak voor de verdeling van de lichtsterkte en wordt in het rood weergegeven op het lichtobject op maat.

Bestand

Kies of je het gekoppelde IES-bestand wel of niet wilt gebruiken voor de lichtbron op maat.

Bestand

Hier wordt de naam van het gekoppelde IES-bestand voor de lichtbron op maat weergegeven. Indien er geen bestand geselecteerd is, verschijnt de melding ‘Geen’. Klik op Bladeren om een bestand te importeren.

Bladeren

Klik voor een lichtbron op maat op deze knop om de fabrikanteigenschappen op te halen van een standaard bestand in IES-formaat. De lichtsterkte wordt bepaald op basis van de ruwe gegevens voor lichtemissie die worden aangeleverd door het bestand.

Kleurtemperatuur

Vink deze optie aan om de kleur in te stellen door middel van de kleurtemperatuur. Dit verwijst naar de temperatuur van een hypothetisch zwart lichaam dat een roodachtig of witachtig licht uitstraalt. Een lage kleurtemperatuur zorgt voor warme kleuren; hoe hoger de kleurtemperatuur, hoe meer het licht naar een witte kleur neigt.

Deze parameters is optioneel. Als je geen waarde opgeeft, wordt een standaardtemperatuur van 0 gebruikt. Dit betekent dat de uiteindelijke emissiekleur van het licht volledig bepaald wordt door de geselecteerde Kleur.

Wanneer je een kleurtemperatuur opgeeft, kan je de Kleur niet wijzigen. De emissiekleur wordt dan bepaald door de Kleurtemperatuur.

Je kan de kleurtemperatuur laten variëren voor verschillende lagen (zie Belichting instellingen.

Kleur

Klik op het kleurvak om de kleur van de lichtbron te bepalen. Deze optie is niet beschikbaar als D.m.v. reële lichtbron is aangevinkt en de kleur is ingesteld door middel van de Kleurtemperatuur.

Lichtafname afstand

Selecteer de lichtafname van de lichtbron (gloeilamp, spot, licht d.m.v. afstand of buislamp) in functie van de afstand.

Kwaliteit

Selecteer de te gebruiken kwaliteit voor de buislamp of het licht d.m.v. oppervlak. Selecteer de optie ‘Van rendermethode’ om de kwaliteit te bepalen op basis van de waarde voor Zachte schaduwen in de renderinstellingen.

Geometrie renderen

Vink deze optie aan voor buislampen en lichten d.m.v. oppervlak om de geometrie van het lichtobject mee te renderen.

Spreiding en bundel

Versleep de controlepunten in de grafiek om de hoeken voor de Lichtspreiding en Lichtbundel te bepalen. Of: geef exacte waarden op in de velden onder de grafiek.

Spot_diagram05435.png

Lichtspreiding

Geef de hoek van de lichtspreiding op. Deze hoek is de maximale hoek van de lichtkegel.

Lichtbundel

Geef de hoek van de lichtbundel op. De lichtsterkte is constant tot aan deze hoek.

X/Y/Z of X’/Y’/Z’

Dit zijn de exacte coördinaten van de lichtbron in verhouding tot het actieve ontwerplaagvlak of werkvlak.

Hoogte mikpunt

Bepaal voor spots de Z-hoogte van het mikpunt (voorzien van een controlepunt) boven het actieve ontwerplaagvlak.

Horizontaal

Bepaal de horizontale positie voor een zon (met het zuiden op nul graden); pas de waarden manueel aan of door middel van de schuifbalk.

Verticaal

Bepaal de verticale positie voor een zon (aantal graden boven de horizon); pas de waarden manueel aan of door middel van de schuifbalk.

Horizontaal/Verticaal

Spot_button1.png

Klik op de bovenste knop om de horizontale en verticale hoek voor lichtbronnen op maat of spots weer te geven; pas de waarden manueel aan of door middel van de schuifbalk.

±X/±Y/±Z

Spot_button2.png

Klik op de onderste knop om de richting van de lichtbundel door middel van zijn X-, Y- en Z-componenten te bepalen.

Lichtbron volgens aanzicht

Klik op deze knop om de zon, spot of lichtbron op maat te oriënteren in overeenstemming met het huidige aanzicht. Je kan dit commando ook uitvoeren via het contextmenu: klik rechts op de lichtbron en selecteer de optie Lichtbron volgens aanzicht.

Aanzicht volgens lichtbron

Klik op deze knop om het huidige aanzicht af te stemmen op de oriëntatie van de geselecteerde zon, spot of lichtbron op maat. Je kan dit commando ook uitvoeren via het contextmenu: klik rechts op de lichtbron en selecteer Aanzicht volgens lichtbron.

Refractieve fotonen

Bepaal voor gloeilampen, spots en lichtbronnen op maat hoe duidelijk lichtpatronen worden geprojecteerd wanneer de lichtstralen door een gebogen, transparante substanties (zoals water of glas) bewegen.

Caustics.png

Deze lichtpatronen verschijnen pas wanneer er reflectieve en/of transparante oppervlakken in de tekening aanwezig zijn.

Hoe hoger het aantal refractieve fotonen, hoe meer tijd de rendering vraagt. In de rendermethode Renderworks finaal worden de geselecteerde refractie-effecten altijd getoond. Voor de rendermethode Renderworks op maat (zie Renderworks op maat - instellingen) en de Renderworksstijlen (zie Renderworksstijlen creëren) wordt dit echter door de gebruiker bepaald. Refractie-effecten zijn nooit zichtbaar voor Renderworks snel, ongeacht de geselecteerde refractiewaarde.

Enkel refractie weergeven

Vink deze optie aan om de spreiding, reflectie en globale belichtingskenmerken van de lichtbron uit te schakelen opdat ze de refractie-effecten niet zouden verhinderen. Merk op: deze optie is niet beschikbaar wanneer Refractieve fotonen ingesteld is op ‘Geen’. Door de helderheid van de lichtbron te verhogen, zal ook de refractie helderder worden.

Wanneer je een gloeilamp, spot of lichtbronnen op maat met Enkel refractie tonen aangevinkt, langs een lichtobject plaatst met deze optie uitgeschakeld, zal het geheel realistische lichteffecten vertonen.

Naam

Dit is de naam van de lichtbron (zoals weergegeven in het Visualisatiepalet).

De standaardnaam van een Lighting Device (Spotlight vereist) wordt bepaald door diens kanaal + doel + type (of symboolnaam) + NNA. Deze naam wordt bijgewerkt zodra een van de samenstellende parameters verandert. Je kan de naam bewerken en zorgen dat deze voortaan niet meer automatisch wordt bijgewerkt door NNA te verwijderen.

Tabblad Rendering

 

Geprojecteerde textuur

(Alleen spots)

Spotlampen kunnen de kleur projecteren en transparantiekenmerken van een bepaalde Renderworkstextuur maskeren; zie Een textuur projecteren in de lichtstraal van een spot

Een symbool dat een lichtobject bevat, kan worden gekopieerd om identieke lichten te reproduceren. Wijzig de helderheid van het licht voor elk symbool via het Infopalet.

Zodra een lichtobject in de tekening is geplaatst, kan je met het gereedschap Selectie het lichtobject naar een andere locatie slepen, en, afhankelijk van het type lichtbron, de richting van de lichtbundel wijzigen.

Type licht

Parameter lichtbundel

Omschrijving

Gloeilamp, Spot, Zon

Locatie lichtbron

Klik op het lichtobject met de verplaats-cursor en sleep het object naar een nieuwe locatie.

Light_move1.png

Het controlepunt dat het mikpunt van een spot bepaalt, is niet vastgekoppeld aan het object dat het licht moet ontvangen. Bij het verplaatsen van de spot zal ook het mikpunt mee verplaatst worden. Mogelijk moet je hierna het controlepunt opnieuw op het doelobject zetten.

Spot, Zon

Oriëntatie en aanzicht

Selecteer het lichtobject. Met de knop Lichtbron volgens aanzicht in het Infopalet pas je de oriëntatie van de lichtbron aan volgens het huidige aanzicht van de tekening. Met de knop Aanzicht volgens lichtbron plaats je de tekening in het aanzicht dat overeenkomt met de oriëntatie van de lichtbron.

Zon

Horizontale en verticale positie

Aan de hand van de controlepunten kan je de parameters voor de horizontale en verticale positie van de zon aanpassen. Versleep de controlepunten met de muis of geef de gewenste waarden in in de Coördinatenbalk.

Light_move4.png

Spot

Mikpunt

Gebruik het gereedschap Selectie om het mikpunt van de spot te verplaatsen; sleep het controlepunt aan het einde van de lichtbundel naar het nieuwe doelobject en klik om de locatie vast te leggen.

Light_move2.png

Zon

Richting lichtstralen

Klik-en-sleep met de handcursor om de richting van de lichtstralen te wijzigen.

Light_move3.png

Op maat

Doel en as

De zwarte vector wijst in de richting van object dat het licht ontvangt, en diens aslijn (de lichtgekleurde as) verbindt de lichtbron met dit object. De rode vector vertrekt uit de lichtbron en wijst naar een referentiepunt op de “evenaar” van de polaire lichtverdeling. Deze vector wordt ook wel de “nullijn” genoemd omdat hij het nulpunt vormt om de intensiteit op de lichtcurve te berekenen.

Een textuur projecteren in de lichtstraal van een spot

Spotlampen kunnen de kleur projecteren en transparantiekenmerken van een bepaalde Renderworkstextuur maskeren.

Reflectiviteit en reliëfshader textuureffecten worden genegeerd voor de projectie.

Om een textuur te projecteren in de lichtstraal van een spot:

Selecteer een lichtbron met Soort ingesteld op Spot, en het licht Ingeschakeld.

Klik op het tabblad Rendering van het Infopalet en stel de Geprojecteerde textuur in op Textuur.

Klik om een textuur te selecteren via de Hulpbronnenkiezer; een miniatuurafbeelding van de gekozen textuur wordt weergegeven.

De lichtstraal van de spot projecteerd de geselecteerde textuur op 3D geometrie.

Setting Spotlight rendering options

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.